Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet luchtvaart

 

Artikel 8.31
1
Indien een belanghebbende ten gevolge van het luchthavenindelingbesluit of het luchthavenverkeerbesluit schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kent Onze Minister van Verkeer en Waterstaat hem op aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
2
Een aanvraag om schadevergoeding wordt ingediend binnen vijf jaar nadat de desbetreffende bepaling van het luchthavenindelingbesluit of het luchthavenverkeerbesluit of het desbetreffende besluit op grond van een van genoemde besluiten onherroepelijk is geworden. Van de aanvrager heft Onze Minister van Verkeer en Waterstaat een recht ten bedrage van €?300. De aanvrager wordt gewezen op de verschuldigdheid van het recht en wordt medegedeeld dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangegeven rekening moet zijn bijgeschreven. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven, wordt de aanvrager niet ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest. Indien op de aanvraag geheel of gedeeltelijk positief wordt beslist, stort Onze Minister van Verkeer en Waterstaat het betaalde recht terug.
3
Afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening blijft buiten toepassing voor zover de belanghebbende met betrekking tot de schade een beroep doet of kan doen op een schadevergoeding als bedoeld in het eerste lid.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •